Wat hebben we in hemelsnaam aan van die achteraf-gedachten? 🤔
Als je steeds achterom kijkt om vervolgens een spoor van matige keuzes aan te treffen, word je daar niet per se een vrolijker mens van.
In de tweede versnelling jakkeren we in haarspeldbeweging door de Italiaanse bergen. En met ‘we’ bedoel ik Wout. Ik zit vooral opgevouwen op de bijrijdersstoel; m’n blote voeten op het dashboardkastje en m’n hand uit het open raampje surfend op de onzichtbare golven van de wind.
Het autoverhuurbedrijf had ons opgezadeld met een Fiat 500L die al duidelijk wat vorige bestuurders had versleten. Dat boeide mij precies niks en Wout des te meer. Met een blik van heb ik jou daar nam hij plaats achter het stuur en vlak voor de uitgang van de garage maakte ‘ie een 180° om de signora die ons de sleutels overhandigde toch even te vertellen dat dit niet helemaal in lijn was met wat we hadden besteld.
Volgens de signora viel dit wel degelijk in dezelfde categorie, maar als we heel insoddisfatto waren stond het ons vrij om te wachten op een andere auto die pas ergens laat op de dag beschikbaar zou zijn. En dus tuften we twee minuten later in een blauwe Fiat 500L over de strade Italiane.
Achterafpraat
“Achteraf hadden we misschien de auto gister al op moeten halen, we kwamen hier praktisch langs met de bus,” oppert Wout terwijl hij ons met macht honderd door de zoveelste haarspeldbocht heen slingert.
Ik kijk ‘m aan en hij houdt z’n blik strak op de weg, wat ik niet meer dan logisch vind met zo’n rijstijl. Ik wil ‘m gelijk geven. Achteraf hadden we de auto inderdaad eerder op moeten halen, inclusief beter exemplaar. En zo kon ik nog wel een aantal vakantiestrijdplannen opsommen om in twijfel te trekken nu we beter weten, maar ik herpak me.
“Neeneeneeneeneeneenee,” zeg ik terwijl ik m’n wijsvinger opsteek en op één centimeter afstand van z’n gezicht driftig van links naar rechts beweeg. “Dit gaan we níét doen deze vakantie.”
Hij kijkt op van de weg en met één blik op m’n gezicht weet hij genoeg. O ja. De achterafpraat. De silent killer van al het plezier en vertier.
Makkelijk praten
Want het maakt niet uit wat wij doen, achteraf blijken onze plannen altijd halfbakken. Daar kwamen we begin dit jaar achter tijdens een reis door Sri Lanka. Welk plan we ook trokken, naderhand hing het steevast als los zand aan elkaar.
“We hadden beter de vroege trein kunnen pakken, zodat we hier eerder waren en dan morgen weer door kunnen reizen. Nu verspillen we een dag…” Elke beslissing bleek terugblikkend de verkeerde. Niet écht doordacht. Als een 5,5 voor je meerkeuzetentamen. En dus gooit altijd wel een van ons de achterafkaart op om die gammele voldoende op te poetsen.
Hindsight is 20/20
Ik weet niet of het meer zegt over ons (on)vermogen om plannen te maken, de hoeveelheid mogelijkheden die er zijn, een overontwikkeld reflectievermogen of een combinatie van al het voorgaande, maar wat ik wel weet is dat het achteraf sowieso altijd makkelijker praten is, al dan niet mooi wonen.
Hindsight is 20/20 zeggen ze in het Engels: je ziet de dingen nu eenmaal scherper nadat ze zijn gebeurd.
Nogal wiedes, natuurlijk, maar ook vermoeiend. Als je steeds achterom kijkt om vervolgens een spoor van matige keuzes aan te treffen, word je daar niet per se een vrolijker mens van. Alsof je direct door naar de gevangenis moet, niet langs start mag en wéér geen 200 euro van de bank ontvangt.
Contrafactisch denken
In de psychologie is er zelfs een term voor die achterafpraatjes: counterfactual thinking. Of gewoon op z’n Hollands; contrafactisch denken. Het is de doodnormale(!) neiging die ieder mens heeft om achteraf te mijmeren over hoe dingen anders hadden kunnen zijn, zowel positief als negatief:
Bij opwaartse contrafacten mijmeren we over een betere uitkomst. Bijkomstige emotie? Spijt.
Bij neerwaartse contrafacten mijmeren we over hoe de uitkomst slechter had kunnen zijn. Bijkomstige emotie? Blijdschap.
Het helpt je verder
Ondanks dat die opwaartse contrafacten – die volgens de literatuur vaker voorkomen dan de neerwaartse – je bewezen pessimistischer maken, zijn die gedachten er niet voor niets blijkt uit psychologisch onderzoek.
Om en nabij elk probleem waar je tegenaan loopt (ofwel: iets waarbij de realiteit niet strookt met de verwachting) wakkert je contrafactisch vermogen aan. Simpelweg zodat je verkent hoe je het de volgende keer beter doet.
Het helpt je om te leren van je fouten, problemen op te lossen en in het vervolg anders te handelen als de realiteit liep weer eens achterloopt op de verwachting. Handig eigenlijk, want we zijn ook maar gewoon mens en slaan allemaal wel ‘s linksaf waar we rechts hadden moeten gaan.
De contrafactische valkuil
Dus ondanks m’n strenge toespraak in de auto inclusief belerend vingertje, kukelden we ook deze vakantie weer face forward in de contrafactische valkuil.
Ik begrijp nu waarom. Het is je brein die je helpt te leren van nieuwe ervaringen en achteraf chocolade probeert te maken van verkeerde keuzes. Of zoals m’n opa zei: “Een fout is geen fout. Je leert ervan en zo pakt het alsnog goed uit, daar kom je alleen achteraf pas achter."
Dus bij deze: als je ooit een Fiat 500L toegewezen krijgt door het autoverhuurbedrijf, wacht dan op een beter exemplaar. Dat scheelt je weer een opwaarts contrafactisch vraagstuk.
Tot de volgende!
P.S. Contrafactereer jij jezelf ook een ongeluk? Heb je een tip? Anders nog iets? Plaats een comment hieronder. Vind ik leuk, echt.
En toch... heeft je opa gelijk...
Gegroet en het goede gewenst
En dank voor al het geschrevene!
Wat schrijf jij mega leuk en wat een goed stuk dit 👏🏼🤩