"Opa, is er iets waar u spijt van heeft?"
Een imperfect advies van m'n betweterige (maar ook hele lieve), 91-jarige opa en 88-jarige oma. En ook: waarom het moed vergt om ‘gewoon gemiddeld’ te zijn
"Opa, is er iets waar u spijt van heeft?"
Ik vroeg het hem vier jaar geleden, toen hij 91 was en nog niet dementerend.
We zaten in de woonkamer. Hij onderuitgezakt in de massagestoel die al jaren niet meer werkte, ik in de ietwat versleten fauteuil naast hem. Ik nam een slok Earl Grey thee uit een onbreekbaar glas dat al langer meeging dan ikzelf en m’n opa greep nog een krakeling uit het koekblik, eveneens ouder dan ik.
Hij begon te lachen. Niet omdat ik zo grappig was, maar omdat m’n opa een man is van hard werken, doorzetten en nog harder werken, niet van praten over je gevoel. Hij zocht naar een houding en al frommelend aan een los draadje aan de armleuning kwam hij tot een antwoord.
“Er zijn vast dingen die ik verkeerd heb gedaan, maar fouten zijn geen fouten, omdat ze je uiteindelijk toch een bepaalde kant op sturen,” zei die toen, serieuzer dan ik had verwacht en zonder me aan te kijken.
Ik bleef even stil.
"Je leert ervan en zo pakt een fout alsnog goed uit. Daar kom je alleen pas later achter," vervolgde hij. Hij nam een hap van z’n krakeling en de koekkruimels verzamelden zich in zijn schoot op zijn broek die toch al vies was van het wroeten in de moestuin.
Of hij dan wel ‘s onzeker was, wilde ik weten. Dat leek me namelijk onwaarschijnlijk, want m’n opa was zo’n man die nergens bang voor was en zich door niets of niemand liet tegenhouden. Koppig, recht door zee en iemand met een sterke wil en een intense drift om dingen op poten te zetten.
Z’n antwoord verraste me.
"Onzeker ben je altijd,” zei hij resoluut. “Je doet het leven immers voor de eerste keer. Alles is nieuw. Het is de kunst om met die onzekerheid te leren leven."
Hij stond op om naar de wc te gaan en de kruimels die zich op z’n broek hadden verzameld vielen op de grond - iets wat niet meer uitmaakt als je 90+ bent en het leven toch niet meer scherp ziet.
Je hebt verrekte gelijk, dacht ik, terwijl ik m’n opa met de deur op een kier hoorde plassen. Iedereen is in zekere mate onzeker, je bent hier immers voor het eerst - óók mijn taaie opa. Geen wonder dat je het antwoord niet altijd (of altijd niet) paraat hebt. Van jezelf verwachten dat je het allemaal constant op de rit moet hebben en weet hoe het moet, is simpelweg onrealistisch.
Ik vroeg het m'n praatgrage oma op een eerder moment ook, trouwens. Net als m’n opa leeft ze inmiddels niet meer, maar ze vertelde me jaren geleden dat het juist de fouten en tegenslagen zijn die je vormen en een volwassen mens maken. Niet de momenten waarop het leven je voor de wind gaat, nee nee, de momenten waarop je door het stof gaat.
“Je groeit erdoor. Je probeert ervan te leren en dan probeer je het een volgende keer beter te doen. Dat lukt misschien niet altijd, maar je moet die fouten hoe dan ook maken als je verder wilt komen," aldus m’n lieve oma.
Spijt? Nah, dat kenden ze allebei niet.
Ik was 27 jaar toen ik bij dit olijke duo thuis in gesprek ging over het leven en hun imperfecte lessen. Blijkbaar was ik toen ook op zoek naar bepaalde routekaarten voor de nog ongebaande paden van ‘t leven. En waar beter die te vinden dan bij de mensen die de paden al ‘s hebben bewandeld, nietwaar?
M’n oma en opa lieten me beseffen dat het leven per definitie onzeker is, ook al lijkt dat bij anderen soms niet zo.
Ze herinnerden me eraan dat trial-and-error erbij hoort, broodnodig is zelfs, en je sterker maakt.
En boven alles leerden ze me dat het prima is om ‘dingen’ eerst verkeerd aan te pakken, zolang je maar lekker bezig bent. Want een fout is een teken dat je niet stilstaat, maar probeert, leert en vooruit komt. Alleen realiseer je je dat pas achteraf.
Wat blijkt? Falen is groeien met terugwerkende kracht.
Waarom het moed vergt om ‘gewoon gemiddeld’ te zijn
Ooit stilgestaan bij worden als elite of premium? Ik niet, kan ik je vertellen, tot ik de TED Talk Embracing a life of mediocrity van de Britse klinisch psycholoog en hoogleraar taal en communicatie Crispin Thurlow zag.
Hij doet onderzoek naar de invloed van taal en de betekenis die we geven aan woorden als gemiddeld, gewoon, of goed, maar dus ook premium en elite.
Wist je bijvoorbeeld dat premium economy class vliegen voor vliegtuigmaatschappijen winstgevender is dan business class? Puur en alleen omdat het je het gevoel geeft dat je het een klein beetje beter hebt dan de rest.
We worden tegenwoordig gebombardeerd met zulke berichten die ons vertellen dat we succesvoller moeten zijn of onszelf moeten onderscheiden. Je moet een winnaar zijn, een leider, een topstudent. En als het even kan alle drie, zo vertelt Thurlow.
Maar deze drang naar perfectie leidt alleen maar naar iets wat filosoof Alain de Botton status anxiety noemt: de constante angst dat we niet goed genoeg zijn.
Gek eigenlijk, als je je beseft dat niet iedereen de beste kán zijn. Volgens de law of averages zullen de meesten van ons überhaupt een gewoon gemiddeld leven leiden, zegt de hoogleraar.
En dat, lieve kijkbuiskinderen, vergt in deze wereld vol premiums en elites best wat moed. Dat hoor je goed: een ‘gewoon goed’ leven lijkt bijna rebels.
De truc? Dat zit ‘m in meer waardering hebben voor gewoon gewoon en het loslaten van het (aangeprate) idee dat je meer zou moeten zijn, aldus de hoogleraar.
Want de grap is: je voelt je er misschien tien seconde lekkerder door.
Of zoals men in de comments zegt:
Wees je favoriete zelf - en niet je beste
In welke versie van jezelf heb je vandaag zin? Doe jezelf een plezier en ga die lekker zitten zijn.
Tot de volgende!