Vandaag is niet zoals normaal, vandaag doe ik het anders 🫡
Ik zet een sloot veel te sterke koffie en neem me voor om vandaag wél productief te zijn. Waarom vinden we (ik?) dat toch zo verrekte lastig?
Ik schep vier allesbehalve afgestreken eetlepels koffie uit het pak en mik ze een voor een in het koffiezetapparaat. Althans, in de papieren filter natuurlijk, anders gaat het toch aardig mis.
Normaal maak ik niet zoveel koffie voor mezelf – om te voorkomen dat ik trillend en met zweetokseltjes van het balkon stuiter – maar vandaag is ook niet zoals normaal dus ach, het kan me wat.
Vandaag ga ik het namelijk anders doen. Vandaag ga ik het scherper en productiever aanpakken dan alle andere dagen die de zomer heeft gekend. Ik heb mezelf voorzien van een heldere lijst met taken in plaats van een wazige blur van dingen om te doen en ik ga ze afstrepen ook, die taken, er pruttelt immers sterke koffie uit het apparaat.
Ik ga zitten en schrijven en tussendoor wat hardlopen en dan weer verder schrijven en nieuwe ideeën bedenken en ik ga het ook leuk hebben onderwijl en de hele dag gefocust zijn.
Je weet wel, zoals een echte Pomodorist die zich 25 minuten hard maakt om vervolgens vijf minuten te mogen afdwalen, en dat dan een paar keer achter elkaar.
Ik vul een kop met koffie en klap m’n laptop open.
Het is 08:08 en ondanks dat ik niks met numerologie heb, lijkt het me een mooi tijdstip om te beginnen.
Snel zoek ik toch even de betekenis van het nummer acht op en Google serveert me precies wat ik wil lezen: ‘De 8 kan overal zakelijk succesvol in zijn en kan in potentie gemakkelijk geld verdienen.’
Goedkeurend kijk ik naar m’n scherm. Ik wil bijna m’n vader appen die op 8 augustus is geboren, maar herinner mezelf aan de Pomodorist die ik vandaag ben en dat m’n vader deze nieuwsbrief van het weekend toch wel leest dus pap, bij deze.
En dan, dan gebeurt toch het onvermijdelijke.
Ik weet niet meer precies waar het mis ging, maar ineens is het 09:09 en heb ik vooral de sociale kant van het internet gezien (je weet wel, daar waar Instagram, LinkedIn, YouTube en WhatsApp domineren). Ik ben weer op de hoogte van de carrières van mensen die ik niet ken, de vakanties van mensen die altijd op vakantie lijken te zijn, de pull-ups van mensen die trots zijn dat ze sporten en de make-up die influencers gebruiken voor hun no-make-up-look.
Of het vermakelijk was?
I guess.
Of het nodig was?
Absoluut niet.
Resoluut swipe ik alle openstaande apps omhoog de onzichtbare atmosfeer in, gooi ik m’n telefoon drie meter verderop op de bank en besluit ik dat het kwaad nog niet is geschied. Het is pas 09:09 en de dag is nog jong en fris. Je kunt nu nog die Pomodorist worden die je voor ogen had, vertel ik mezelf. Ik vul m’n kop met meer koffie, geef mezelf een paar figuurlijke klappen in m’n gezicht en ga zitten en typen en voortvarend vloeit er van alles uit m’n vingers.
Maar ondanks dat het nummer 9 volgens de Cosmopolitan staat voor ‘het afronden van de ene cyclus zodat je je kunt voorbereiden op het opstarten van de volgende’ (wat toch eigenaardig goed bij de situatie paste), was ik toch een beetje teleurgesteld. In mezelf, in het internet, in de Pomodoro-techniek.
Wáárom is het toch zo verrekte lastig om je laptop open te klappen, je takenlijst te bekijken ergens aan te beginnen en dat een uur onafgebroken te doen, zónder onderwijl willekeurige dingen op te zoeken om jezelf twintig minuten later ergens in een schimmig en afgelegen hoekje van het internet verveeld en hersendood terug te vinden?
Is concentratie echt zo’n schaars goed?
En waarom is afleiding altijd leuker dan de taak zelf, terwijl je heus wel weet dat je er niet creatiever en energieker en daarmee beter van wordt?
Leuk detail; uit recent Amerikaans onderzoek blijkt dat het vlug swipen door video’s daadwerkelijk verveling opwekt.
Natuurlijk weet ik het antwoord zelf ook wel. Onze aandachtsspanne slinkt door dat apparaatje dat zelden meer van onze zijde wijkt.
We ontwikkelen iets wat de Amerikaanse hoogleraar David Levy een popcornbrein noemt. Een brein dat van de ene dopamineshot naar de andere hopt, waardoor we het normale leven, waarin alles zich in een veel langzamer tempo ‘ontpopt’, minder goed aan kunnen. Een boek lezen? Pfoh, wat een opgave.
Waar we er in 1998 nog van overtuigd waren dat die constante bereikbaarheid de hel zou zijn (“ik hoef niet continu zo’n piep-ding te hebben als ik op een terrasje zit” en “ik ben ook gelukkig zonder”), zijn we nu toch semi-vrijwillig in die hel beland.
En dat komt niet eens omdat we elkaar nu te pas en te onpas bellen, maar omdat on the line zoveel te ‘beleven’ is en we blijkbaar wel constant op de hoogte willen zijn van elkaars cappuccino’s, vakanties, ‘fitjes’, nieuwe banen, kapsels of gelnagels, de hond van de buurman, nog een random hond, de spiegel in de lift, iced matcha latte to go óf to stay (mag allebei), wazige Lowlands-momenten en zo’n beetje alles daar tussenin, voorafgaand of daaropvolgend.
Allemaal zodat je op de volgende bruiloft tegen een vage bekende kunt zeggen: “Ik zag dat je lekker in Italië was, die pistachecroissant zag er zoooooo goed uit, je hebt het zeker heerlijk gehad?”
Niet wetende dat de pistache-vulling vervolgens uit de croissant zo op het witte hempje droop en daarna de hemel naar beneden kwam in de vorm van hagelstenen zo groot als ijsblokjes. Want dat, dat delen we dan weer niet.
Inmiddels is het 11:21. Een nietszeggend tijdstip. M’n Pomodoro is allang voorbij, maar er bleek ineens toch een bepaalde vorm van focus in me te zitten – al dan niet omdat ik mezelf had beloofd dat ik pas naar de wc mocht als het af was.
In de koffiekan zit nog een restje lauwe koffie.
Ik sta op en loop naar de wc. Niet dat m’n werk af is, maar ik moet gewoon zo nodig.
Uit gewoonte pak ik toch effe m’n telefoon.
Iemand appt dat ze 18 kilometer door de champagnestreek gaat rennen en onderwijl drink je dan dus champagne.
Geïntrigeerd klik ik op de link die ze me doorstuurt.
Ik app een andere vriendin dat we dit ook moeten doen. Niet dat we 18 kilometer kunnen rennen, maar de andere activiteit past ons als het glazen muiltje van Assepoester.
Ze appt direct terug, stuurt een foto van het uitzicht van haar kantoor en we kletsen wat. Allebei afgeleid.
Een paar minuten later swipe ik weer langs de etalage van andermans leven vol vers gelakte gelnagels, liftselfies en onbekende honden.
Ik loop naar het koffiezetapparaat en giet de lauwe koffie door de gootsteen.
Morgen doe ik het waarschijnlijk weer precies hetzelfde.
P.S. Hoe zit het met jouw productiviteit? Heb je een (focus)tip? Anders nog iets? Plaats een comment hieronder. Vind ik leuk.
Wat je schrijft is heel herkenbaar voor mij. Gek genoeg lukt werken in mijn betaalde baan wel met de nodige focus, maar als ik voor mezelf iets wil doen (schrijven, studeren, iets anders creatiefs), dan kost het de grootste moeite om te beginnen.
Ik ben zelf ook nog steeds op zoek naar de heilige graal (dat is de perfectionist in mij), maar tot op heden nog niet gevonden. Ondertussen heb ik al menig video van 'productivity' YouTubers verslonden, waarvan de ironie me ook niet helemaal ontgaan is.
Mezelf een deadline geven en routine aanhouden helpt mij. Bijvoorbeeld: elke woensdagochtend na het sporten schrijven. En de eerste versie moet dan klaar zijn, dan is er een basis om on de week bij terug te komen.
De eerste paar weken zijn er momenten waarop je denkt “ik heb niks” maar naar mate de weken vorderen wordt het steeds makkelijker. Ik heb die structuur echt nodig, als ik het niet doe, val ik in een soort gat en zit ik hijgend ‘s avonds laat te strugglen. Dat is overigens een proces van jaren geweest, dat afleren 🫠
En afgeleid door mijn telefoon raak ik nog steeds. Ik probeer daar niet te streng op te zijn, zolang ik telkens maar terugkeer naar m’n tekst is het goed.