Weet je wat jij zou moeten doen?

Ik drink m'n (veel te) dure koffie veel te snel op en moet er meer van genieten, vind ik. Maar daar blijft het niet bij, ik moet nog veel meer dan dat.

Ik heb een vriendin die me met de neus op de feiten drukt. Laten we haar voor het gemak Stephanie noemen, want zo heet ze ook. Ze is goudeerlijk en ik hou daarvan. Liever recht voor z’n raap dan iemand die A zegt, maar de rest van het alfabet bedoelt.

Ik moet niet zo gulzig zijn

Steef en ik hadden een meeneemkoffie gehaald en liepen over straat op zoek naar een plek in de zon om ervan te genieten. Ongeduldig als ik ben, had ik de helft van de koffie al op voordat we überhaupt de straat uit waren.

“Ik moet echt ‘s proberen wat minder gulzig te zijn,” verzuchtte ik. “Ik heb die halve koffie al op en ik heb het niet eens echt geproefd.” Ik nam achteloos nog een slok, dit keer een heel kleine, die ik wel proefde, denk ik. Steef zei niks en probeerde de kartonnen beker zorgvuldig rechtop te houden. “Ik moet zo trouwens ook even wat halen bij de supermarkt voor als ik moet hardlopen morgen,” vervolgde ik de toespraak die ik kennelijk had ingezet. Toen greep ze in.

Jij moet wel veel van jezelf

“Jij moet wel veel van jezelf hè?” Ze keek me vragend aan en er gutste een beetje koffie door de opening van het plastic deksel.

Verschrokken keek ik op. Ik wilde meteen in de verdediging schieten over dat het meer een manier van zeggen is en dat ik het niet écht zo serieus bedoelde en heus ook allemaal niet écht moet, totdat ik me realiseerde dat ze een punt had. M’n neus zat bovenop het nogal dwingende feit.

Wat moet je?

Want ook al bedoel ik het niet zo, ik zeg het wel zo. Ik moet van alles en als het even kan, moet het ook meteen goed.

En alles wat ik moet, moet ik bijhouden op m'n to do-lijst, want anders vergeet ik wat er allemaal moet gebeuren en dat moeten we niet hebben. Tenzij ik het in twee minuten kan doen trouwens, dan moet het meteen gedaan. Ik moet immers ook productief zijn. Ik moet m'n moetjes afvinken en als ik dat dan niet doe, dan moet ik gedisciplineerder zijn.

Ik moet, ik moet, ik moet

Ik moet sporten. Ik moet werken. Ik moet boodschappen doen. Ik moet iets leuks doen. Ik moet m'n mail beantwoorden. Ik moet nu echt even schoonmaken. Ik moet die vriendin nog bellen. Ik moet een nieuwsbrief maken. Ik moet een leuke nieuwsbrief maken. Ik moet wel iets toevoegen. Moet ik het grootser aanpakken? Ik moet er gewoon lol in hebben. Ik moet niet zo veel achter m'n laptop zitten. Ik moet überhaupt wat minder naar een scherm kijken. Ik moet een hobby hebben. Ik moet meer boeken lezen. Ik moet het nieuws beter volgen. Ik moet die serie nog kijken. Ik moet 's wat vaker helemaal niks doen. Ik moet geen tijd verspillen. Ik moet stappen zetten in m'n carrière nu ik jong ben. Ik moet niet stilstaan. Ik moet vooruit. Maar ik moet wel net genoeg stilstaan, want anders schijn je op te branden. Ik moet meer bereiken. Ik moet ontdekken wat ik wil bereiken. Ik moet niet te veel bezig zijn met de toekomst. Of met het verleden. Ik moet weer 's mindfulness doen. Ik moet dit, dat, zus, zo, en gauw een beetje, en goed een beetje.

Ik moet even op adem komen, geloof ik. 

Ik moet wat minder moeten

Inmiddels hebben we een plek in de zon gevonden. Steef neemt de eerste slok van haar koffie, ik m’n laatste. Misschien moet ik ‘s wat wat liever voor mezelf zijn. Misschien moet ik ‘s wat minder moeten.

P.S. Moet jij ook zoveel van jezelf?