Kunnen we nog dingen doelloos doen?
En ook: wat je kunt doen als je worstelt met de vraag of iets goed genoeg is.
Met een rood hoofd kom ik terug van een rondje hardlopen door Maasland, het dorp waar ik ben opgegroeid. Ik ben bij m’n ouders en vanavond komt ook m’n broertje eten. Eigenlijk zouden we samen gaan hardlopen, maar de beste jongen was z’n spullen vergeten.
Als ik de woonkamer in loop, geef ik ‘m een bezwete knuffel. “Ging het goed, zussie?” Wil die weten. Ik zeg dat het goed ging, wat voor mij niets meer betekent dan dat m’n benen niet als lood voelden en ik niet werd geteisterd door zijpijn.
We praten wat over hardlopen - dat ventje rent vijf kilometer in achttienminuutnogwat dus je begrijpt dat ‘ie het onderwerp net iets te leuk vindt om gewoon bij ‘het ging goed’ te laten - totdat hij me vraagt wat m’n doel eigenlijk is.
Ik kijk ‘m glazig aan en blijf even stil.
M’n doel? Welk doel? Is gewoon af en toe wat rennen en hopen dat het elke keer wat beter gaat niet genoeg dan?
Ik denk aan de marathon van Londen waar elk jaar meer mensen een ticket willen bemachtigen dan dat er plekken zijn. Voor de marathon van 2025 doen 840.000 verwachtingsvolle enthousiastelingen mee aan de loting voor een ticket. Even voor jouw beeldvorming hè, maar dat is zo’n zeventien keer de Kuip vol (en dit jaar was die Kuip twaalf keer gevuld).
En dat zette me aan het denken - of zoals Carrie Bradshaw zou zeggen: I couldn’t help but wonder…
Is gewoon wat hardlopen voor de gelukshormoonstimulans niet meer genoeg? Is vijf kilometer niet meer genoeg? Moeten we onszelf alsmaar willen pushen? Moeten we verder? Sneller? Fitter? Mag je nog gewoon wat rondrennen zonder 42 kilometer te aspireren? Of 21?
Terwijl m’n broertje wacht op z’n antwoord, maak ik intern m’n balans op. “Ik wil gewoon pijnvrij kunnen rennen,” zeg ik dan en ik geniet van het laissez faire-gehalte van m’n eigen reactie.
Even geen doelen, even niks bereiken, maar gewoon wat rennen, omdat ik me daar lekker bij voel.
“Dat kan natuurlijk ook, zussie,” antwoord m’n broertje en we kletsen nog wat verder over allesbehalve hardlopen.
Ik durf te wedden dat m’n broertje dit gesprek zich al lang niet meer herinnert, maar mij hield nog bezig.
Tuurlijk wil ik merken dat het beter gaat. Dat ik steeds verder kan. Dat m’n conditie verbetert. Dat ik tien kilometer kan rennen. Misschien een keer vijftien op den duur. Of - doe ‘s gek - toch die halve.
Alleen wil ik het zonder doel, op m’n dooie akkertje. Rennen zolang het leuk is en dan beetje bij beetje beter worden, omdat je het vaak doet. En als het dan lang leuk blijft misschien toch ooit een keer - ga ik dit zeggen? ik ga het zeggen - een halve marathon.
Want je zou het bijna vergeten in deze door groei geobsedeerde, doelstellende wereld, maar dat bestaat ook nog: dingen doen om het doen. Omdat je ze leuk vindt, zonder meteen de beste te willen zijn of er een side-hustle uit te slepen.
Zonder druk, zonder verwachtingen. Om dan gewoon weer te stoppen als de lol eraf is. De focus op het doen, in plaats van het doel.
Gewoon, een beetje aanklooien.
P.S. vraag je wat vaker af of het nuttig is (i.p.v. goed genoeg)
Als je bang bent dat iets niet goed genoeg is, helpt het om je perspectief te veranderen.
Denk niet: is dit goed genoeg? Denk wel: is dit nuttig?
Kan dit iemand helpen?
Kan dit iemand inspireren?
Heeft een ander, al is het één persoon, er iets aan?
Dan is het goed.
Het hoeft niet perfect te zijn voor iedereen, zolang het maar nuttig is voor iemand.
Wil je iets kwijt? Heb je een tip? Of wil je ook je hardloopworstelingen/tijden/marathonambities delen? Mail me! Je kunt deze mail beantwoorden of mailen naar hello@lisannevanmarrewijk.com. Vind ik leuk, echt.